Geconcentreerd volgt ze de noten van de partituur. Net als de violiste en pianiste is ze in het zwart gekleed. Op het programma staan werken van Prokofjef en Ravel, maar het lukt me niet om m'n aandacht bij de muziek te houden. Het is haar opvallende afwezige aanwezigheid die m'n aandacht trekt. Ik leef met haar mee. Wat gaat er in haar hoofd om? Is ze bang te laat, of juist te vroeg, een pagina om te slaan, ondanks het knikje dat de pianiste elke keer geeft. Twee bladzijden van de partituur lijken aan elkaar te blijven plakken! Ik schrik en adem ongelucht uit als de muziek ongestoord verder stroomt.
Prokofjef maakt plaats voor Ravel. Heel even is mijn aandacht bij zijn romantische fantasie. M'n gedachten keren terug naar de jonge vrouw die naast de piano zit, opstaat, wacht op het knikje en weer gaat zitten. Wat zijn haar eigen ambities? Is ze trots op haar bijrol, of juist jaloers op de pianiste? Zou ze niet veel liever zelf met haar vingers de toetsen betoveren? Bij het opkomen sloop ze onopgemerkt naar haar stoel. Het welkomstapplaus was niet voor haar bedoeld. Ik ga er als vanzelfsprekend van uit dat ze zelf ook een instrument bespeelt. Droomt ze van applaus voor zichzelf, een carrière in de schijnwerpers? Of houdt ze juist van haar plek in de schaduw?
In de muziekwereld wordt iemand die de partituurpagina's voor een pianist(e) omslaat, ook wel een 'bladluis' genoemd. Die term heeft iets oneerbiedigs, minderwaardigs. Ik zoek naar een beter woord. 'Bladomslaander'? 'Paginaomdraaier?' Ach nee, lelijke taal! Voor me iets te binnen schiet, is het concert al afgelopen. De violiste en pianiste buigen naar het publiek. Een mevrouw van de organisatie geeft hen een roos. De bladluis slaat ze over. In gedachten reik ik er eentje aan haar uit.