Scootmobiel

Het lopen gaat mijn moeder steeds moeilijker af. Zelfs stok en rollator bieden nog maar beperkt uitkomst.

Ze woont in een afgelegen straat waar het alleen op zondag een drukte van belang is vanwege een nabijgelegen kerk. Er zijn steeds minder vriendinnen die op bezoek kunnen komen en het winkelcentrum ligt eigenlijk te ver weg.

De oplossing: een scootmobiel. Die moest haar een stukje vrijheid teruggeven. Ik had er eerlijk gezegd een hard hoofd in. Niet alleen vanwege de bediening van dat aardse maanvoertuigje, maar ook vanwege het verkeer dat ze onderweg naar bijvoorbeeld het winkelcentrum zou tegenkomen. (meer…)

Genadeloos

Onderweg naar het station zie ik een bekend iemand met een blikje bier op een bankje zitten. Omdat ik een buitenlandse krant wil kopen, geen trein hoef te halen en dus geen haast heb, stap ik af en neem naast haar plaats.

Ze vraagt of ik een slokje bier wil. Ze ziet er moe en onverzorgd uit. Ze heeft een koortslip, stinkt uit haar mond als een vuilnisbelt en door een scheur in haar broek schemert een stukje witte heup. (meer…)

Licht en donker

Af en toe gingen mijn vrouw en ik op zondag bij mijn broertje op bezoek. Na een paar keer wisten de honden vanaf de parkeerplaats feilloos de weg. Ze sprongen de auto uit en renden voor ons uit naar zijn bungalow, dwars over het bungalowpark, tussen verbaasd kijkende wandelende en fietsende parkbewoners door.

Wij werden door mijn broertje net zo hartelijk welkom geheten als zij. Er was zelf gemaakte soep, paling uit Urk of vet gebraden kip. Op de tv stond een voetbalwedstrijd aan waar we met een half oog naar keken.

Met de tijd werden onze bezoeken zeldzamer. Mijn broertje begon afstand te nemen. Hij kwam minder op verjaardagen en liet ook een familieweekend schieten. Toch maakten we ons geen zorgen. Het gebeurde wel vaker dat hij wat ruimte nodig had. Bovendien waren er de berichtjes en foto’s via WhatsApp. Regelmatig verschenen er groeten en plaatjes uit exotische plaatsen op de familieapp.

Ik geloof niet dat hij met opzet probeerde ons – of zichzelf – te belazeren. Hij leefde in twee werelden, dat is althans mijn overtuiging. Het donker hield hij voor zichzelf. De lichtheid van zijn bestaan deelde hij met de mensen die van hem hielden. Toen dat niet meer lukte stootte hij ze van zich af. Het lukte hem niet om zijn zorgen, angsten en problemen te delen en dat is hem uiteindelijk fataal geworden.

Op een zondagochtend werd mijn broertje gevonden. ’s Middags zou hij in de kantine van het bungalowpark een voetbalwedstrijd gaan kijken. Kort daarvoor had hij de eigenaresse van de bungalow die hij huurde nog een mailtje gestuurd. Het was zo'n heerlijk huisje om in te wonen.

Onno

 

Markt

Op zaterdagmorgen ga ik naar de markt. Mijn vader en grootvader deden dat ook. Ongemerkt ben ik in hun traditie beland. Ik loop in hun voetstappen. Dat heeft iets vertrouwds maar ook onaangenaams, een mens dient zijn eigen weg te gaan.

Op de markt bezoek ik eerst de groenteboer. Meestal word ik geholpen door een jonge vrouw met lang donkerblond haar en donkere kringen onder haar ogen. Ze draagt een oude spijkerbroek en een dikke trui. Ondanks, of misschien wel dankzij, haar vermoeide gezicht heeft ze iets natuurlijks, iets ongerepts. Ik vind haar altijd lijken op de groenten die ze verkoopt. Een aardappel vers uit de klei waar je het liefst rauw in zou willen bijten.

Vervolgens loop ik naar de kraam met fruit. Daar is het hartstikke druk. Alleen naast een oude mevrouw is nog een plekje vrij. Ze kijkt me boos aan als ik mijn boodschappentas op de grond zet. Elke keer als een van de fruitverkopers in de buurt komt steekt ze haar arm op, maar ze wordt voortdurend overgeslagen. Teleurgesteld laat ze haar arm weer zakken.

Uiteindelijk word het me te gortig. Met luide stem verkondig ik dat de mevrouw naast me als volgende aan de beurt is. Ze schenkt me een glimlach die haar twintig jaar jonger maakt. Ik knik tevreden. Mijn vader en grootvader waren trots op me geweest. Zij hadden hetzelfde gedaan.

Onno

Helpen

Voor een nieuw verhaal zocht ik informatie over straatvrees. In de bibliotheek vond ik een boekje, De drempel. Het lezen ontnam me de adem.

Berry Rijkers, een pasgetrouwde jongeman, staat op een middag in een drukke ruimte, de zon schijnt naar binnen, de temperatuur loopt op. “Het begon met hevige hartkloppingen en transpireren. Mijn hart ging zo tekeer dat ik dacht: ‘ik krijg een hartstilstand’. (meer…)

Verjaardag

24 september. De verjaardag van mijn vader. Beter: de dag waarop mijn vader jarig was. Een dag waarvoor in onze taal geen woord bestaat. Het is een jaar langer geleden dat we zijn verjaardag hebben gevierd. De overledenen raken hun verjaardag kwijt en krijgen hun sterfdag ervoor terug. Geen deal om vrolijk van te worden. (meer…)

Verlangen

Van de vakantie hebben we een handgeschilderd dienblad mee naar huis genomen. We fietsten langs het atelier van de kunstenaar toen we het (de verf nog nat) op een standaard zagen staan.

Sindsdien draag ik mijn proviand op een eiland naar boven. De koffiemok staat tussen wat huizen in de duinen; de boterhammen wachten tussen vuurtoren en branding tot de zeelucht mijn eetlust heeft aangewakkerd. (meer…)

Bijzonder

Tijdens mijn postronde krijg ik  bezoek van A., zijn fiets net als de mijne beladen met posttassen. Hij vraagt of ik bang ben het virus te krijgen. Zelf vreest hij vooral zijn vrouw die een schildklierkwaal heeft te besmetten.

Hij vertelt dat hij elke dag op het station een Italiaanse krant koopt. De artikelen over het virus - dat daar hevig tekeer gaat - wil hij vertalen en bundelen. Of misschien ook wel niet. Hij bewaart de kranten in ieder geval wel. Of misschien gooit hij ze ook wel weg. (meer…)

Pestvogels

Aan het eind van de middag meldt Vogelnet dat er pestvogels zijn gespot. Als ik bij de vijver van Emiclaer aankom, staan er al mensen door kijkers en telescopen te turen. Pestvogels hebben een rossig beigebruin verenkleed en een opvallende kuif. Als er ’s winters in de bossen van Noord-Rusland te weinig bessen zijn, komen ze naar Nederland. Vroeger werden ze gezien als boden van onheil, vandaar hun naam.

’s Avonds bezoek ik mijn moeder. Ze is een eind in de tachtig en worstelt met haar gezondheid. De laatste jaren valt het leven haar zwaar. (meer…)

Canadese populieren

Op de fiets een rondje door de polder. Over de dijk langs de Eem heen, tussen de weilanden en boerderijen van Hoogland-west terug. De kijker mee. Onderweg speuren naar weidevogels, trekgasten, zangpiepers.

Bij het witte kerkje van Coelhorst stap ik af en wandel over de kleine begraafplaats. Op een van de graven ligt een verse bos bloemen. Grafstenen met namen en jaartallen. Het kerkje zelf  is alleen op Monumentendag open. Het is in bezit van een rijke familie en doet dienst als mausoleum. (meer…)

Onno Weggemans